BIJENGILDE Samen bouwen we aan een bij-vriendelijke toekomst

Geschiedenis

In de middeleeuwen was bijenhouden essentieel voor voedselproductie en economische stabiliteit. Bijenkorven werden gemaakt van stro, leem of hout. Honing diende als belangrijke zoetstof en conserveermiddel voor voedsel. Imkers, vaak monniken of boeren, verzorgden de bijen en oogstten de honing met zorg. Hoewel de kennis over bijen beperkt was, werd bijenhouden gewaardeerd om zijn economische waarde en religieuze symboliek. Bijen waren ook onderwerp van folklore en werden geassocieerd met goddelijke zegeningen en de natuurlijke orde.

Het vlechten van de bijenkorven was destijds, net als nu, een perfecte bezigheid tijdens de wintermaanden, vervaardigd van ongedorst roggestro en/of buntgras. Imkers verbonden de vlechtwerken met gespleten braambesstengels, gekloven riet of wilgenbast. Het spijlwerk zorgde voor stevige bevestiging van de raat in de korf.

Soms bestreek de imker de korf met een mengsel van klei of leem, koeienpoep en kalk om gaten te dichten en de structuur te versterken. De witte kalk weerkaatste licht, waardoor het binnenin tijdens de zomer koeler bleef. De korven stonden beschut opgesteld in de bijenstal, overdekt en aan drie zijden afgesloten om de bijen te beschermen tegen regen, wind en overmatige zonneschijn.

Bunt snijden

Het vlechtambacht gaat verder dan alleen het vlechten zelf. Om te kunnen vlechten heb je ook materialen nodig, nog steeds gebruiken we hiervoor stro of bunt. Het Bijengilde snijdt ieder jaar nog zelf haar bunt (zie fotogalerij onderaan de pagina). Het is een precies werkje wat begint met het selecteren van de juiste stengels in de een van de nog overgebleven buntgrasvelden. 

"In de handen van de ambachtsman wordt elk bijenkorf een meesterwerk van natuurlijke schoonheid en functionaliteit. Elk gevlochten patroon vertelt een verhaal van toewijding en respect voor de omgeving, en elke snede van het bunt is een eerbetoon aan de wonderen van de natuurlijke wereld." 

Een korf, een kiep of een mand

Toewijding heb je zeker nodig als je begint met vlechten. Beginnende vlechters hebben zeker tientallen uren nodig om een korf te vlechten. Ervaren vlechters doen dit sneller en passen ook bijzondere vlechttechnieken toe. Een mooie randafwerking bijvoorbeeld.

Kom je voor het eerst vlechten tijdens een van onze vlechtavonden, kies je wat je gaat maken. Een korf, een kiep of een mand. Ook kies je of je met stro of bunt werkt.

Je werkt met een pvc buisje en een soort priem. De stro of bunt gaat door het buisje en met een band vlecht je de lagen als het waren aan elkaar vast. 

Het is een intensief  werkje waar je in de 20 vlechtavonden letterlijk je handen aan vol hebt. 

Meer dan vlechten alleen

De vlechtavonden zijn voor ieder lid toegankelijk, ook als je niets te vlechten hebt. Het is de ideale plek om met de vele andere imkers de bijenstand te bespreken en ervaringen te delen. Tegenwoordig ook vaak onder het genot van een honingcake of baksel. 

De avonden verbinden ons als vereniging en het vlechten herinnert ons eraan dat er, in een wereld die steeds meer wordt gedomineerd door machines en technologieën, nog steeds ruimte is voor de oude ambachten en de schoonheid van handgemaakte 'kunst'.